‘Kan ik rouwen om een persoon die nog in leven is?’
‘Kan je rouwen om iemand die effectief nog in leven is en die al dan niet, nog aanwezig is in jouw leven?’ Het is een vaak voorkomende vraag tijdens gesprekken met patiënten en cliënten. Ook wanneer ik na een lezing in gesprek ga met mensen, is het een vraagstuk dat vaak gesteld wordt. Het antwoord is zeer duidelijk: ‘Jazeker, je kan rouwen om een persoon die nog in leven is.’ Deze rouw is namelijk even wezenlijk als deze na het overlijden van een dierbare.
 
Er is de volwassen dochter, die sinds 2 jaar ook een mantelzorger is geworden voor haar moeder, die lijdt aan een degeneratieve spierziekte. Moeder was een ambitieuze zakenvrouw en is nu nog een schim van zichzelf. De dochter rouwt om het verlies van de mama die ze was voor ze ziek werd. Een mama zonder verlies van autonomie, een mama die ook voor haar dochter kon zorgen. Er is ook rouw omdat ze voelt dat het levenseinde van haar moeder stilaan dichterbij komt.
 
Er is de moeder die rouwt om haar zoon, die sinds zijn 3 jaar gediagnosticeerd werd met een zware vorm van autisme. Haar zoon is ondertussen een flinke jongeman van 18 jaar, maar kampt met een grote mentale achterstand en is zeer agressief in zijn gedrag. De moeder rouwt om haar zoon die steeds zorg zal nodig hebben. Daarbij mist ze enorm veel begrip van de mensen rondom haar. Ook onze maatschappij toont weinig tot geen erkenning voor haar vaak onzichtbare pijn en verdriet als moeder.
 
Er is de dochter die rouwt om haar moeder die nooit empathisch en emotioneel ondersteunend zal zijn. Al van jongs af aan voelde ze dat ze anders was als kind en dat er iets niet ok was in de relatie tussen haar en haar moeder. Jarenlang dacht ze dat het probleem bij haar lag en ze een vervelend, veeleisend kind was geweest. Door therapie weet ze nu dat dat helemaal niet zo was. Ze beseft dat ze gedurende jaren gebukt is gegaan onder de emotionele manipulatie van een moeder met haar eigen onverwerkte trauma’s. De dochter voelt zich niet langer schuldig, omdat ze zich heeft ontdaan van wat 40 jaar een toxische moederband was. Zich losmaken van haar moeder was wat ze moest doen voor haar eigen emotionele en fysieke welzijn. Toch is ze in rouw, omdat ze altijd een moeder zal missen die haar onvoorwaardelijke liefde geeft en waar ze in moeilijke tijden bij terecht kan voor een luisterend oor en oprechte steun.
 
De situatie anders gaan omarmen is wat we in therapie gaan proberen aanleren. Ik verkies het woord ‘omarmen’ in plaats van ‘loslaten’. Sommige dingen kunnen we gewoon niet loslaten. Denk maar aan ouders die hun kind verliezen. Het is een immens zware opdracht om deze gevoelens van rouw een plekje te gaan geven. Het is een intens werk van zelfzorg dat heel wat energie vraagt van een mens. Doen we dit niet of zijn we hier niet toe in staat, dan zal ons levenspad niet ‘stromen’, zullen dezelfde blokkades zich blijven aandienen en zich vroeg of laat vertalen in mentale en fysieke klachten.
 
De weg naar omarming van rouw is een hobbelig, pijnlijk, lang en vaak eenzaam parcours. Met een mindset van hoop – die na een periode van rouw en stilstaan opnieuw vooruit wil – en met de juiste begeleiding aan jouw zijde is niks onmogelijk.