Biecht op zondag
Ik predik als coach zelfzorg. Ik raad mensen aan om even de stekker uit een situatie te trekken zodat ze kunnen zakken en naar voelen kunnen gaan. We leven zo ontzettend vaak in dat idiote, drukke hoofd van ons. We laten ons meeslepen in de ratrace van het leven. Het lijkt wel alsof ziek zijn, vandaag de enige manier is om te ontsnappen aan die belachelijke snelheid waarmee we soms door een dag hollen. Ik leer mensen hoe ons stressbrein werkt, ik leer ze anders ademen en toch sla ik deze zeer helpende adviezen in de wind. Waarom? Omdat ik het ‘druk’ heb. Bullshit! Toch?
 
Een week geleden kon ik niet anders dan besluiten dat ikzelf nog maar al te vaak faal in zorgen voor mezelf. Dat ik afspraken met vriendinnen en familie op het laatste nippertje annuleer, omdat ik al denk aan de 101 andere zaken die ik eerst nog dien te doen. Dat wanneer mijn lief vraagt om rustig een film te kijken, ik te nerveus ben om in de zetel te blijven zitten en opnieuw achter die grijze laptop verdwijn tot ver na middernacht.
 
Mijn zere en vermoeide lijf liet me vorig weekend tranen met tuiten huilen. Pijn, intens verdriet, waarvan ik dacht dat het een mooie en grondige verzorging, inclusief pleister had gekregen. Het verband werd er plots weer pijnlijk afgerukt en dit doordat mijn wonde opnieuw getriggerd werd. De meest zere plek in mijn lijf, mijn ziel, mijn zijn, alweer geraakt door één en dezelfde persoon die mijn brein in survivalmodus deed gaan. Alweer. Al 40 jaar. Alweer.
 
Ik was er rotsvast van overtuigd dat er op dat vlak genezing had plaatsgevonden. Omdat ik de voorbije jaren zo ontzettend hard gewerkt heb om de wonde te verzachten, te helen en het eeuwige litteken ervan trachten te omarmen. En toch, in tijden van jezelf voorbij lopen en vermoeidheid ligt dat allesverslindende beest op de loer en slaat het toe op momenten wanneer je het niet ziet komen. De draak zorgde dat ik als kind een verschrikkelijk laag zelfbeeld had en amper in staat was – om naast een huisdier – andere mensen te gaan vertrouwen. De toxische energie die bleef ronddwalen zorgde dat ik aangetrokken werd door chaos, onvoorspelbare mensen en tot heel wat bad lovers. Op twee blote knieën ben ik mezelf en diegene die me hielpen, dankbaar dat ‘onveilig’ eindelijk tot het verleden behoort. Een verstreken tijd waarin ik dacht dat ik me nog steeds moest bewijzen om liefde te kunnen ontvangen.
 
Na een lang pad van genezing heb ik eindelijk mijn weg gevonden naar ‘veilig’. Naar mensen die ook aan de slag gaan met hun shit en trauma’s, in plaats van ze te projecteren op hun omgeving of partner. Mooie zielen wiens woorden matchen met hun acties. Heel af toe gaat de pleister er weer af en schreeuw ik het uit van de pijn. Ik laat me nu opvangen door helende handen in plaats van me te laten neerstorten in het diepe, donkere bad van melancholie.
 
Laat dit alles nu net zijn waarom ik verpleegkundige ben geworden en nu mijn missie van mensen helpen verder zet. Je kan pas oprecht luisteren, mensen echt begrijpen en helpen, als je zelf weet hoe intense pijn en verdriet voelt.